maandag 29 oktober 2012


Modern times

Onze wijnen worden gemaakt in een weekendhutje in een natuurgebied. Het huisje wordt in september omgetoverd tot wijnkelder, komt vol te staan met tanks, pers, kneuzer, en een heel regiment maatkannen, ingrediënten en filterspullen. Dat is fijn: het geeft de nodige armslag bij het werk, dat in het begin voornamelijk in de tuin gebeurt. Kneuzen, inweken en ook persen: als het miezert, of als er erg veel blad valt, met een partytent erboven, maar gewoonlijk open en bloot in de stralende herfst. Hier een foto van het chateau, vóór de tuin min of meer onherkenbaar dichtgroeide tot de geheime tuin van nu...

 
 
Een kleine complicatie bij deze idylle is echter, dat we tijdens de vergisting en ook nog daarna, dagelijks een oogje in het zeil moeten houden. En dat betekent elke dag zoveel autokilometers heen, en even zoveel terug. Tot Ron, onze buurman in hetzelfde natuurgebied en eigenaar van de uiterst prettige computerzaak Ict-Visie, zie http://www.ict-visie.nl/ het niet langer kon aanzien, en ons een webcam aanbood, die we mogen lenen zolang we 'm nodig hebben. De webcam staat nu gericht op het waterslot van de vergistende Johanniter. En al hoor je het niet, je ziet hem blubben, ten teken dat alles goed gaat. De autokilometers kunnen daarmee met de helft worden teruggebracht. Eens per twee dagen is nu voldoende. En alle beetjes helpen, ook voor de duurzaamheid.

De webcam kan helaas niet live op dit weblog bekeken worden. Een stilstaand beeldje ervan wel. Wat u ziet is het waterslot, twee keer in feite: één keer weerspiegeld in het roestvrij staal van het tankje. Op de levende webcam zie je het deksel van dit slot sneller of langzamer bewegen, al naar gelang de fase van de vergisting. En die centimeter beweging, en zijn tijdsinterval, maakt voor de wijnmaakster het verschil tussen rustig kunnen slapen en in de auto springen.
 



Ergens in het buitengebied, waar het nu koud is, staat in een dichte schoenendoos, op dit moment een heel eigen wereldje te glanzen en te leven - met een lichtje aan voor de webcam - en bovendien lekker warm, want de vergisting begint op 20 graden, waarna de temperatuur teruggebracht wordt tot zo'n 15 graden, om tegen het eind van de vergisting weer even omhoog te mogen. Dit alles vinden wij nou heel leuk. 
 
Copyright (c) Jet Wester 2012
 

vrijdag 26 oktober 2012


Johanniteroogst, deel II

Woensdag Johanniter geoogst. Zoals we in de vorige bijdrage lieten zien, was er dit jaar maar een kwart van de normale hoeveelheid. Maar niet te lang getreurd. Als de hoeveelheid klein is, kan de kwaliteit juist prima zijn, want goed geconcentreerd. De eerste tekenen lijken niet verkeerd.

Het natuurlijk suikergehalte is in dit late jaar toch nog goed voor een kleine 11% potentieel alcohol (na vergisting dus), en het totaalzuur van de most blijkt net iets onder de 10 gram per liter. Vooral dat laatste is zoals we het voor Johanniter graag hebben. Geen ontzuringen nodig op dit moment, vóór vergisting. De jonge wijn mag nu eerst in de winterkou, op natuurlijke wijze een deel van zijn zuur kwijtraken. Er kan in de winter, bij temperaturen net boven nul, wel tot 2 gram per liter zuur neerslaan, als wijnsteenzuur op de wanden en de bodem van de tank. En dan zitten we al goed, voor het Rieslingprofiel, waar 8 gram per liter totaalzuur zo om en nabij de standaard is.


Achter de komma

In januari, februari kunnen we dan beslissen of er vóór het bottelen nog een laatste fijnontzuring nodig is, waarmee de wijn dan wordt uitgenodigd om nog wat extra wijnsteen te laten neerslaan. Het kan daarbij gaan om kwarten van grammen per liter. De zuurgraad van een wijn is daarmee dus volledig in handen van de wijnmaker. Wat overigens direct ook laat zien dat verhalen over 'te zure' wijnen door ons klimaat, echt frisse onzin zijn. Niet alleen de zuurgraad zelf, maar zelfs de verhouding van de toeleverende soorten zuur - wijnzuur, appelzuur, melkzuur - wordt tot achter de komma door de wijnmaker bepaald. En heeft met het klimaat, met Nederland, of met onze druivensoorten niets te maken. Zuurgraad wordt louter bepaald door de gekozen wijnstijl. Er zijn onderwerpen waar uw blogster een beetje fel van worden kan... 


Zoektocht

Maar nu eerst vergisten. Riesling is zoals gezegd de stijl, ook voor dit jaar. Waarschijnlijk worden de wijnen dit keer verschillende blends van Johanniter en Riesel, in verschillende verhoudingen. Geen cépagewijnen. En soms mag er ook een beetje Souvignier Gris bij, om te ontdekken hoe deze laatste, nieuwe soort in de wijngaard, past bij met name de Johanniter.

 
Om deze dingen aan de weet te komen, en onze zoektocht naar het optimale, Riesling-achtige smaakprofiel voor ons klimaat ook dit jaar verder te kunnen brengen, hebben we als gezegd geen grote hoeveelheden nodig. Wel kwaliteit. Het lijkt er op dat we die, tot en met de laatste oogst van dit jaar, ondanks een erg moeilijk druivenseizoen nu toch binnen hebben.

 
Copyright (c) Jet Wester 2012

woensdag 24 oktober 2012


Johanniteroogst, deel I

Maandag was de warmste 22e oktober ooit, met op de wijngaard in Arnhem dik 22 graden. Zie http://www.nu.nl/binnenland/2939661/warmste-22-oktober-ooit.html
 
Dinsdag mocht er ook zijn, en vandaag gingen de netten omhoog voor de Johanniter. Een luttele oogst. Vorig jaar 2,5 kg per plant, met twee oogstmomenten: één voor de Kabinett-kwaliteit, en één oogst, twee weken later voor de Spätlese. Beide een mooi tankje vol. Dit jaar maar één enkele oogst, zo spät mogelijk, van slechts 0,6 kg per plant. Dat is minder dan een kwart van de normale hoeveelheid, en te weinig voor twee aparte vergistingen.

Hoe het er uitzag? Weinig trosjes dus. Vanwege een aantal oorzaken. Kijkt u even mee. Ongeveer een derde van de ogen was in februari reeds kapotgevroren, zodat daar hoe dan ook al geen vruchtdragende takken uit omhoog groeiden, zie: 


Voorts misbloei in juni, wat leidde tot zeer losse trosjes, met daar bovenop een moppie lamsteligheid in oktober...
 


...waar vorig jaar de gewone, bekende johanniter-'maiskolven' hingen. Ter referentie een foto van de oogst van vorig jaar:



En last but not least de merelschade. Dit was na acht jaar, de eerste keer dat de vogels ook maar taalden naar de trossen. Ze wrongen zich in de netten en deden hun ding:



Morgen persen, en de analyses. We hopen dat de trossen voldoende zuur hebben afgebouwd, zodat geen bewerkelijke ontzuring met dubbelzout nodig is. Een eenvoudige ontzuring neemt alleen wijnzuur weg, maar met dubbelzout wordt naast wijnzuur ook appelzuur uit de most gehaald. Dat is verstandig, wanneer het totaalzuur boven de 11 gram per liter uitkomt. Een eenvoudige ontzuring zou dan het (bij deze waarden merkbare) teveel aan appelzuur ongemoeid laten, wat de wijn qua zuur een te harde indruk geeft. De techniek is als volgt: een (precies uit te rekenen) deel van de most wordt apart genomen en volledig ontzuurd met dubbelzout. Na filtratie wordt dit deel teruggedaan bij het geheel, dat nu in totaal uitkomt op de gewenste waarden aan appel- en wijnzuur.

Vooral zo'n filtratie is bewerkelijk, en je verliest er kostbare most mee. Maar de wijnkwaliteit hoeft er gelukkig niet onder te lijden. Een Spitzenwein bleibt allerdings möglich... 

Wordt vervolgd!

Copyright (c) Jet Wester 2012      

zaterdag 20 oktober 2012


Prachtig druivenweer - of juist niet?

Afgelopen nacht 14 graden. Aanstaande nacht 13, daarna 12, 11, 9 en 8. Overdag, gister 23 graden, vanaf vandaag drie keer 19. Dit zijn de temperaturen die we nodig hebben, op de valreep voor de oogst. Of juist niet?

Ja en nee dus. Ja voor Johanniter. Warme nachten, zoals nu zorgen voor een afbouw van een teveel aan met name appelzuur. En dat is ten zeerste aan de orde. De late bloei van deze soort maakt dat de druif nu, aan het einde van het seizoen een beetje in tijdnood komt. Veel suikers worden niet meer gevormd, want het blad is in rap tempo mooie herfstkleuren aan het aannemen, en het bladgroen, waar de suikers gevormd worden is daarmee in even rap tempo op aan het raken, voor dit jaar. Je laat de Johanniter nu hangen vanwege de (hoop op) zuur-afbouw. En daarbij worden we mooi bediend door dit herfstig hogedrukgebiedje  - een 'Altweiberhoch' zegt de Duitse wijnbouw.

Voor de blauwe druiven is het een ander verhaal. Die zijn in Nederland de afgelopen dagen juist massaal geoogst, met grote chocoladeletters in de krant: Plukken vóór het te laat is!




 
Haarscheurtjes

Een blauwe soort als de Cabernet Cortis heeft in deze nadagen van de rijping vrij dunne schilletjes die bovendien vrij bros zijn. Door de natheid van de periode voorafgaand aan dit mooie weer, zitten de bessen boordevol sap - zo vol dat ze haarscheurtjes beginnen te vertonen. Een euvel waar de iets eerder rijpe, good old Regent ook al een beetje berucht om was. Op die haarscheurtjes ontstaan snel witte schimmelranden, halve maantjes van botrytis - als een soort smileys from hell die de wijnboer spottend aankijken. Wanneer het weer zo warm is als nu, breiden die schimmelhaarden zich razendsnel uit - haast sneller dan een plukker plukken kan. Hetzelfde geldt voor botrytisinfecties na vogelschade, of schimmels in (te) compacte trossen, die met dit weer even snel om zich heen grijpen.

Het zelfde mooie najaarsweer dat voor de witte Johanniter nu een zegen is, kan voor blauwe druiven dus net precies foute boel zijn.

 
Copyright (c) Jet Wester 2012
  

maandag 15 oktober 2012


Wijnmakers


De betere wijndomeinen van de wereld hebben vaak hun vaste wijnbouwadviseur, die meekijkt over de schouder van de wijnbouwer, en tot in detail adviseert over de werkzaamheden in de wijngaard, maar zeker ook over de wijnmakerij. De keuze van de gisten, wel of geen ontsteling en kneuzing, ontzuringen, het moment van afstoppen, lagering op barriques: dit alles hoort tot de expertise van de adviseur. Hij (of zij) wordt na elke oogst gebeld, cijfers en waarden worden uitgewisseld, en het plan de campagne wordt gemaakt. En wanneer de wijnen klaar zijn, en voldoende gerijpt, doet de adviseur voorstellen over optimale blends. Ook dat is zijn vak.


In Duitsland is zo'n Weinbauberater niet weg te denken uit het landschap van de betere wijndomeinen. Hij (of zij) is daar vaak tevens gelieerd aan een analyse-lab, zodat de gegevens ook zo snel mogelijk vertaald kunnen worden naar wat er in de wijnkelder nodig is. In Frankrijk idem dito, met als meest beroemde voorbeeld Michel Rolland, geboren en getogen in Pomerol maar flying winemaker met sterrenstatus, all over the world. Voor een aantal van de meest prestigieuze domeinen der aarde.


Ons land is inmiddels geen uitzondering meer. Achter de meeste medailles in ons land zit een Duitse Weinberater, of vaker nog een Nederlandse wijnmaker/adviseur. Dit is zoals het gaat. Er staat voor een professionele wijngaard jaarlijks zoveel op het spel, dat je de beste garantie zoekt dat het ook nu weer goed komt - en liefst beter dan goed. Ook in een minder goed jaar. Zo'n 'beste garantie' is een contract met een professionele wijnmaker/adviseur uit binnen- of buitenland.
 

Subtiele dingen

Het is niet onbelangrijk dat dit soort dingen duidelijk zijn. Want ere wie ere toekomt: bijna alle kwaliteitsverbeteringen in ons land, in de laatste jaren, zijn de directe verdiensten van de adviseurs, die de wijnbouwers al doende hun opleiding geven, de cruciale keuzes maken, en een waarborg zijn voor reine, goede wijnen.


We schrijven dit stukje, omdat het ons de laatste tijd opvalt dat we in de vele publiciteit waarin de Nederlandse wijnbouw zich mag verheugen, steeds vaker horen dat die-en-die zo'n goede wijnmaker is. Of iemand is opeens groot in het nieuws als 'de jongste wijnmaker van Nederland'. Terwijl, voor zover wij het zien kunnen, het in deze voorbeelden steeds toch ook om klanten gaat van een professionele wijnmaker/adviseur.


Juist daarom lijkt het de moeite waard om te proberen dit soort subtiele dingen iets helderder te krijgen. Wat betekent het, 'wijnmaker' te zijn - in het geval je ook een adviseur hebt? Misschien kan een vergelijking met wat in het buitenland de 'keldermeester' genoemd wordt de situatie iets verduidelijken.
 



Het ambacht

Een goede, dagelijkse 'keldermeester' (met of zonder wijnmaker/adviseur) zorgt er vooral voor, het proces niet te hinderen. Dat klinkt misschien een beetje simpel, maar dit is in de wijnmakerij meer dan het halve werk. De natuurlijke processen die zich in de wijnkelder afspelen kunnen hier en daar een lichte sturing nodig hebben, maar je kunt als mens daar tussenin, veel meer fout doen dan goed.

In concreto zorgt een goede keldermeester zo voor een constante, maximale hygiëne, en voor een even maximale precisie bij de omgang met ingrediënten, metingen, filteringen, etc. Hij of zij werkt reductief zodat oxidatie van most of wijn geen kans krijgt, is alert op beginnende wijnfouten, en neemt de juiste tijden en intervallen in acht voor de verschillende. fasen van het proces. Daarnaast heeft hij of zij ook een dikke vinger in de pap bij het bepalen van de uiteindelijke wijnstijl, gegeven dit oogstgoed. Hij of zij is in ons vooreeld immers ook de eigenaar van de wijn.


Deze mensen zijn om al deze redenen de echte, ambachtelijke makers van de wijn: zij doen het dagelijkse werk en bepalen (mede) hoe de wijn eruit ziet.


Maar het zijn wat ons betreft nog niet per sé de wijnmakers. Een wijn van wijnmaker/adviseur X blijft een wijn van X, wie de uitvoering ook ter hand heeft. En als die wijn een medaille krijgt, mag de adviseur daarvoor zeker de helft van de credit in z'n zak steken. Hij maakte de cruciale keuzes, die tot juist deze kwaliteits-wijn geleid hebben. Het wijndomein verdient de andere helft van de credit, omdat men daar het ambacht blijkbaar onberispelijk heeft geoefend, qua hygiëne, precisie en het aandeel in het kiezen van de wijnstijl. Bovendien was ook het oogstgoed van hoge kwaliteit - opnieuw een gedeelde eer voor wijnboer en adviseur.


 
Optimaal?

Is een situatie zoals we die nu hebben optimaal? Waarschijnlijk wel, al zijn er ook wel een paar kanttekeningen bij te maken. De eerste ligt natuurlijk voor de hand. Nederland is erg afhankelijk van een klein handjevol adviseurs, die op de belangrijk-ste momenten in het wijnjaar liefst niet even een been moeten breken. Een wat grotere diversiteit aan briljante wijnmaker/adviseurs, al dan niet flying, zou de situatie minder kwetsbaar maken.


Interessanter is echter de vraag welke invloed de adviseurs hebben in een land. Er is weleens een beetje knorrig opgemerkt dat de vroegere voortrekkers van de Nederlandse wijnbouw, er in hun enthousiasme voor gezorgd hebben dat ons land vijftien, twintig jaar geleden werd volgezet met voornamelijk Regentdruiven. En dat klopt wel. De vraag is alleen of dat erg was, in die tijd.


Hetzelfde geldt nu, in versterkte mate voor de nieuwe generatie adviseurs - en voor de nieuwe generaties druiven. Om een voorbeeld te kiezen dat onszelf betreft: de adviseurs die wij kennen zullen zich niet snel sterk maken om één van onze favoriete druiven, de Riesèl, tot de rassenlijst toegelaten te krijgen. De Riesèl-wijn zal het daardoor in de toekomst moeten doen met het eenvoudige predikaat 'tafelwijn'. Ons deert dat verder niet, want voor ons is kwaliteit geenszins afhankelijk van mooie woorden. Omgekeerd wordt een soort als de Souvignier Gris op dit moment juist met verve gepromoot, tot Groningen en Friesland toe. Hoe het wijnlandschap er in de toekomst uit zal zien wordt zo voor een groot deel bepaald door maar een zéér klein aantal mensen: in de eerste plaats door de adviseurs. Hetzelfde geldt voor de wijnstijlen die kenmerkend zijn of gaan worden voor ons land.


En opnieuw de vraag: is zoiets erg? Het is zoals het is, en gelukkig wordt de inzet van de huidige adviseurs tot nu toe meestal bepaald door hun gewogen oordeel op wijnbouwgebied, en niet door al te veel persoonlijke voorkeur of politiek gedoe. Maar dat is tegelijk ook de kwetsbaarheid. Als er minder verantwoordelijke mensen aan de knoppen zaten zou Nederland Wijnland er minder goed aan toe zijn. Dat het hier tot nu toe goed gaat is dus tegelijk de verdienste van de huidige adviseurs, en ook de kwetsbaarheid van de situatie.


 
Commercie en integriteit

Maar ook wanneer het gewoon goed blijft gaan, zullen de wijnbouwers die de adviseurs inhuren, in de toekomst een steeds grotere, eigen verantwoordelijkheid krijgen. Naarmate we in Nederland groeien in onze rol als wijnbouwers/eigenaars, zullen we ons ook meer en meer zélf moeten gaan verstaan met bijvoorbeeld de ethiek, de integriteit van de wijnmakerij. Zo'n ethische vraag is bijvoorbeeld, hoe groot de rol van de 'commerciële smaak' moet zijn, bij het maken van een wijn. Hoeveel commercieel zoet mag je, van jezelf, met droge ogen in een rode wijn stoppen? Waar, vanaf welk punt, dicteert je integriteit, je ethiek bij dit soort vragen je handelen? Of anders gezegd: in hoeverre wil je de consument geven wat hij wil? Of streef je ernaar mee te helpen de kwaliteit van de Nederlandse wijn stukje bij beetje op een hoog, internationaal niveau te brengen- en zie je dus af van de snelle succesjes?

Briljante wijnmaker/adviseurs horen voor ons land, in deze fase van de ontwikkeling bij uitstek de sparring partners te zijn voor juist dit soort fundamentele kwaliteitsvragen. Aan hen ook de schone taak om deze kwesties bij hun klanten tot leven te wekken.

 
Copyright (c) Jet Wester 2012

zaterdag 13 oktober 2012


Noodgedwongen

De Souvignier Gris is - de naam zegt het al - een 'gris'. Dat wil zeggen dat de bessen niet wit zijn en niet blauw maar rood. Je maakt er een witte wijn mee (vgl. Pinot Gris), en als de pulpweking lang genoeg duurt komt er een héél klein beetje van de kleurstof uit de schillen in de wijn. Je moet goed kijken, het is minder dan bij een rosé, maar de kleur van de wijn is een beetje - vooruit - grijzig te noemen. Vandaar de naam. Un vin gris. 

Hier een foto, vanmorgen in de wijngaard genomen:
 

 
Probleem is alleen, dat je de rode trossen vrij goed ziet, ook door de blauwe vogelnetten heen. Beter dan de witte trossen van bijvoorbeeld de Johanniter. Vandaar dat de vogels de afgelopen anderhalve week, meer dan de helft van de mooie trossen, zoals de foto boven, hebben gereduceerd tot dit:

 

Een steevaste ochtendconferentie van zo'n 40 merels, en het einde was nog lang niet in zicht. Omdat we nog een beetje over wilden houden, om de wijn van deze soort op ons perceel toch dit jaar al wat te leren kennen, hebben we vanochtend geoogst. Dan maar. Er was een kleine twee ons per plant over. (Gemiddeld 87 oechsle, donker-bruine pitjes.) En zeker, het waren jonge planten, maar het vooruitzicht was drie á vier keer zoveel. Omdat de stokken jong zijn (tweejarig), hingen de netten vrij los, verticaal langs de struik. De vogels vlogen tegen een tros en verorberden hem door het net heen. 
 
Nu pulp maken, en daarna sap. Vergisten in een klein ballonflesje. Micro-vinificatie. Ook weleens interessant. Intussen horen we berichten over een fatale virusziekte die op zijn beurt nu de merelstand dreigt te decimeren. We vinden dat echt vreselijk voor de merels. 
 

Copyright (c) Jet Wester 2012  

maandag 8 oktober 2012


Herfstvakantie

We zijn een paar dagen naar Zeeland. Wandelen in de duinen met de Meindls aan. Rozebottels, bessen en dauwbramen - en over het strand terug. Oktober aan zee. Het strandpaviljoen sjort zijn schotten vast. Misschien nog zwemmen?



De wijngaard, die thuisblijft, is toegesproken. Belooft schoon te blijven, want weekje mooi weer. In de wijnkelder pruttelt de Riesel zachtjes voor zich uit. Deze week even toevertrouwd aan de zorg van wijnboer Job, dus in goede handen.

Tot later!


Copyright (c) Jet Wester 2012

zondag 7 oktober 2012


Champagne!

Je hebt van die weken, waarin je op prettige wijze allemachtig druk bent. En waar je achteraf met plezier aan terugdenkt. Dit was er zo een.

Eerst Riesèl geoogst, en tussen de bedrijven door gekneusd, geperst, voorgeklaard en aan het gisten gezet. Vanwege de misbloei in het voorjaar was de opbrengst ongeveer de helft van vorig jaar. Vorig jaar 2,2 liter pulp pp, dit jaar 1,2 liter pulp pp. Suikergehalte een acceptabele 68 oechsle, totaalzuur op een prima 8 gram per liter - onze streefwaarde. En opnieuw geen wespenvraat van betekenis, hoewel de rijtjes op het perceel  precies tussen veel meer rijtjes Solaris en Pinotin in staan: twee soorten die het nog nooit zo zwaar te verduren hebben gehad, qua wespenvraat, als dit jaar. Riesèl is dus een uitstekend voorbeeld van een relatief vroege druif die toch relatief onaantrekkelijk is voor wespen! Een echte vriend, die Riesèl.
 

Méthode champenoise

Daarna op een bevriende wijngaard in twee dagdelen de Johanniter 'voorgesnoeid'. Johanniter ziet er qua opbrengst en gaafheid goed uit dit jaar, één van de betere soorten in de wijngaard op dit moment. Maar hij is laat: nog niet eens zozeer wat betreft z'n suikers, maar wel qua totaalzuur. Je zou hem dus wel een duwtje in de rug willen geven, om zeg in de derde week oktober ook qua zuur mooi rijp te zijn.

Welnu, precies dat is gebeurd. Duwtje in de rug. We hebben per plant een aantal trossen geoogst: steeds de bovenste van een scheut van twee, aangevuld met misschien wat trossen, het verst van de stam weg, tot er zo'n acht trossen aan de struik overbleven. Die acht hebben nu de komende drie weken de tijd om mooi geconcentreerd volrijp te worden, waarmee de Johanniter als interessante kwaliteitswijn ook voor dit jaar gegarandeerd is.

De nu geoogste trossen worden eveneens geperst en vergist als een normale droge kwaliteitswijn (zat reeds op 80 oechsle). Maar wel eentje met nog een reis voor de boeg. Deze wijn gaat, als hij af is, naar een gespecialiseerd bedrijf in Duitsland om op de fles tweede vergisting te ondergaan, tot het een crémant is, dat wil zeggen een champagne-die-niet-uit-de-Champagne-komt. Zoals er ook een Crémant d'Alsace bestaat. Opnieuw vergist volgens de méthode champenoise. De sprankelende wijn komt in stevige flessen, met de gekende stevige kurk terug.

Minimale hoeveelheid zeshonderd liter wijn, dat wel. Anders begint men er in Duitsland niet aan. De oogst van deze week gaat die hoeveelheid gemakkelijk te boven.
 

Copyright (c) Jet Wester 2012
            

maandag 1 oktober 2012


Oktober!

Gister het jaarfeest van de Nederlandse wijngaarden...


...en vandaag een eigen oogst. Riesèl. Voldoende rijp, donkerbruine pitjes, en met deze week het risico van snelle omslag naar rotting. Dan moet het maar!


 
En tussendoor een moment van ontroering. Een gaaf klein nestje in de kop van een Solarisplant. Winterkoninkje. Winterkoninkjes nestelen op minder dan een meter van de grond, want hun jongen vliegen niet uit: ze tuimelen uit het nest. Met een hoog nest zouden de jonkies een te grote smak maken. De kop van een druivenplant heeft de ideale hoogte. Zachte landing gegarandeerd.

 
Copyright (c) Jet Wester 2012