zaterdag 15 juni 2013


Uitbreken van kopscheuten

In een eerdere bijdrage schreven we over de wintersnoei, en over het grote belang om een goede kop voor je druivenstokken voor te bereiden en te bouwen. Het artikel is hier te vinden: http://wijnbouw.blogspot.nl/2013/02/wintersnoei-een-goede-kop.html

Een jonge kop, die volgens de principes van dit artikel nog wordt opgebouwd, wordt in het groeiseizoen verder met rust gelaten. Al zijn kopscheuten mogen groeien en stevig worden: die zien we in de winter, na de bladval wel weer terug - liefst zo gezond en sterk mogelijk.

 
Uitbreken, niet snoeien
Bij een inmiddels volwassen kop is het een ander verhaal. Daar moet vaak het één en ander aan scheuten worden uitgebroken.

Een druivenplant heeft in de eerste vijf à zes weken na zijn uitloop nog een vrij losse relatie tot zijn scheuten. Ze kunnen vrij makkelijk worden ‘uitgebroken’. Dat wil zeggen dat de scheuten nu nog vrij makkelijk van het oude hout kunnen worden verwijderd, eenvoudigweg door ze van het hout weg te duwen. Ze breken dan af, een kuiltje in het hout achterlatend.

Dit uitbreken is een wezenlijk andere actie dan het snoeien, dat later in het jaar gebeurt. Bij het uitbreken laat de scheut niets achter; bij het aansnoeien wel. Aansnoeien, hoe kort ook, betekent dat er een gebied tussen het oude en het nieuw aangesnoeide hout intact blijft, waar opnieuw okselscheuten uit zullen komen. Bij het uitbreken voorkóm je zulke nieuwe, latente okselscheuten. 

Dit principe wordt nuttig gebruikt, juist in deze tijd van het jaar. Je wilt dat een volwassen kop elk jaar een stuk of drie nieuwe, eenjarige scheuten maakt - in het geval van een enkele strekker of boog - en een stuk of vier bij dubbele strekkers of bogen. Dat is voldoende om in de winter het nieuwe buighout uit te kiezen, plus twee zeer kort aangesnoeide stiftjes voor de kopscheuten van de komende jaren.    

Veel koppen echter, maken eerder teveel dan te weinig nieuwe kopscheuten. Al die kopscheuten samen, vormen dan een prop van loof (en later een prop van trossen) waarin schimmels zich gemakkelijk kunnen vestigen, en gevolg is ook dat de plant reeds op de kop zoveel vitaliteit spendeert, dat de uitloop op bogen of strekkers, een eindje verderop, minder goed bedeeld wordt.

In zo'n geval is het uitbreken van een teveel aan kopscheuten, zolang het kan, de juiste actie. En dus beter dan snoeien. Uitbreken voorkomt tevens een extra aanleg van okselogen op de kop – in het geval we er al meer dan genoeg hadden. 
 

Selectie van scheuten
Voor kopscheuten kun je, zoals we aangaven, de vuistregel hanteren van vier nieuwe scheuten in geval er dubbele strekkers of bogen aangesnoeid gaan worden, en drie in het geval van een snoeiwijze van één boog of strekker. Welke overtollige kopscheuten je wegbreekt hangt af van de situatie.

Heb je scheuten die in feite net onder de kop ontstaan, en die bovendien geen trossen hebben? Dat zijn waterloten, en die mogen weg.

Ook andere scheuten op de kop die zonder trosjes zijn, kunnen voor het uitbreken geselecteerd worden (als er daarna nog genoeg overblijft). Het is gebleken dat wanneer onvruchtbare scheuten volgend jaar als buighout gebruikt worden, ook de jonge scheuten die uit dat buighout voort zullen komen, weleens minder vruchtbaar kunnen zijn.

Tenslotte zijn er scheuten waarvan je nu al kunt zien dat het niets zal worden, of die met een rare boog ergens onderuit de kop tevoorschijn komen. Ook dat zijn kandidaten voor het wegbreken.

Wat je na al dit selecteren overhoudt, zijn als het goed is vitale, sterke jonge scheuten op de kop, die goed in het verlengde van de stam omhoog gaan, en die elk liefst twee of drie aanzetten van bloemtrosjes hebben.


Niet te vroeg

Om dit selecteren goed te kunnen doen, is het tenslotte zaak er niet al te vroeg mee te beginnen. Je moet al kunnen zien welke scheuten pieriger zullen blijven en welke vitaler, en je moet kunnen zien welke scheuten mooie stevige trosjes zullen krijgen. Je breekt daarom uit wanneer de kopscheuten tussen de, zeg, 25 en 40 cm zijn. Idealiter.

Opgedragen aan Lies, die dit allemaal weleens wilde nalezen...

Copyright (c) Jet Wester 2013