vrijdag 24 mei 2013

Schroefdoppen

Te gast bij Wijnboerderij 't Heekenbroek in Drempt. Het bottelen van wit 2012 - voor het eerst met schroefdoppen, en een schroefdopmachine.

Ondanks sommige negatieve voorspellingen van een jaar of tien geleden, blijken alternatieven voor de klassieke, van kurk gemaakte kurk het goed te doen, ook voor hoge kwaliteiten - en dus kostbare wijnen. Dat geldt dan met name voor witte wijnen, waarbij je geen behoefte hebt aan veel uitwisseling - bijvoorbeeld van zuurstof - tussen de werelden binnen en buiten de fles. Vooral schroefdoppen en glasafsluitingen blijken daarbij erg handig, omdat ze veel minder zuurstof binnenlaten dan kurken - zelfs significant minder dan kunststof kurken. De witte wijnen lopen daarom minder kans om op de fles te oxideren, dat wil zeggen snel te verouderen. En dat is van belang, immers, ook een klein beetje oxidatie gaat al ten koste van het fruit in de wijn.

Voor meer informatie zie bijvoorbeeld dit artikel: http://www.schneider-oenologie.de/dnn/LinkClick.aspx?fileticket=vgzx3KG%2fN2c%3d&tabid=89&mid=520
 
Zoals ook het artikel in deze link laat zien, kan een volledig gebrek aan uitwisseling van zuurstof, wel het risico op zogenaamde Lagerböcksers iets verhogen. Vandaar dat het bij dit soort zeer 'reductieve' flesafsluitingen ('reductief' is het omgekeerde van 'oxidatief'), verstandig kan zijn om het aantal vrije koperionen in de wijn, bewust op een bepaalde hoeveelheid af te stellen. Deze koperionen - niet meer dan sporen van koper, zoals we die ook via onze koperen leidingen in ons drinkwater toelaten - neutraliseren de Böckser waar die dreigt te ontstaan. Zie voor de achtergrond, en de techniek, dit artikel:
http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/05/lagerbockser-een-euvel-dat-in-de.html
 


Aanpassingen 

Het publiek begint dus inmiddels, ook bij hoge kwaliteiten, het gemak te waarderen van sluitingen waar geen kurketrekker meer aan te pas hoeft te komen - en die ook even eenvoudig weer dicht kunnen.   

Werken met schroefdoppen vraagt wel om en paar aanpassingen. In de eerste plaats andere flessen, met schroefdraad in de hals. In de tweede plaats een machine die ze kan plaatsen bij het bottelen. De machine die we vandaag aan het werk hadden doet dat door nog rechte, metalen schroefcapsules, met een aantal walsjes of wieltjes in de kop van het capsuleerapparaat, in het schoefdraadprofiel van de fles te duwen, te walsen. De capsules zijn dus om te beginnen recht, en krijgen tijdens het capsuleren hun schroefdraad, naar het model van de fles.













De machine werd gehuurd bij Vitis Vino in Bentelo.

Ging het sneller dan met de kurkmachine? Ja, zeker als je bedenkt dat er niet ook nog een aparte productiegang voor krimpcapsules nodig is. Goedkoper? Ja, ook. Schroefdraadcapsules zijn per stuk echt goedkoper dan een kurk, echt of kunststof. De vraag is alleen hoeveel je ermee bottelt. De huur van de capsuleermachine per dag moet immers ook meeberekend worden. Ging het prettiger dan met de kurkmachine? Subjectief ja: minder lawaai en de indruk van een zeker zo grote hygiëne. 

Kortom, als je bedrijf groot genoeg is, en je hebt vanaf, zeg, zo'n duizend flessen wit op één dag te bottelen, zouden we het zeker een keer aanraden. We voorspellen dat het dan ook niet bij die ene keer zal blijven... 

 


De foto's bij deze bijdrage werden welwillend afgestaan door Theo Strijker, waarvoor dank.


Copyright (c) Jet Wester 2013

woensdag 22 mei 2013

Groot zomergroen


We zijn aan het werk in - als we eerlijk zijn - een prachtige, dromerige motregen. Zachte, groene wereld vol groene reflecties. 




De radio spreekt van een recordkoude lente. Morgen hier maximaal 9 graden, in de nacht 2 of 3. Bij 8 graden stopt het gras met groeien; 7 graden is het in uw koelkast. Nog niet een feestelijk druivenjaar, zo eind mei. Maar wat kun je doen? Je kunt je een gedicht herinneren. Hier komt-ie.




                        Meer kan ik niet doen
                        Dan griffelen in het niets
                        Maar dan wel als in groot zomergroen.

                        Zonder letsels kan dit niet
                        Want je blijft geloven in gedijen
                        Als in zomergroen.

                                                     - Hugo Claus

maandag 20 mei 2013

Aspergewijn

Vandaag op onze bevriende, biologisch-dynamische Tuinderij Land- en Boschzigt in 's Graveland, bij Hilversum. Drie hectare groenten en bloemen, waarvan een kleine hectare asperges. Na het dagelijkse steken heb je vijf kilometer gelopen.


Maar er is nog veel meer heerlijks. Boomgaardje met schapen:

Kassen en teelt in de volle grond...


...en als meest recente aanwinst een halve hectare wijngaard, voor de aspergewijn. Ommuurd door een zwaar antieke slangenmuur, beroemd om zijn beschutte micro-klimaat. In de 17e eeuw gebouwd om de Gooise en Amsterdamse notabelen perziken en abrikozen voor te kunnen zetten. Ook ananas schijnt in de Gouden Eeuw op deze tuin gekweekt te zijn. Hier een stukje slangenmuur:


Op deze beschutte tuin achttienhonderd Solarisplanten, die dit jaar hun vijfde jaar ingaan. Hoe staan ze er bij? Zijn de koppen inmiddels volwassen genoeg om elk jaar voldoende nieuwe scheuten te geven? De tuin is zoveel mogelijk aangesnoeid met dubbele strekkers dit jaar, om ook bij een gedeeltelijke misbloei voldoende oogst over te houden. Zie foto links. 

 







De koppen komen wel goed (foto rechts). Een probleem dat dit jaar een beetje speelt is een vertraagde uitloop in het midden van een aantal strekkers. Een paar ogen per strekker lopen dan niet uit, of blijven achter. In Arnhem kennen we het verschijnsel ook.



Maar goed, met zoveel extra, dubbele strekkers is dit euvel wel op te vangen. We zitten wat meer in zorg over het koude en natte seizoen tot nu toe. Maar dat geldt voor het hele land. De groei is traag, en als volgende maand de bloei in beeld moet komen zal het echt beter druivenweer moeten worden, om geen herhaling van het slechte druivenjaar van vorig jaar te krijgen.

We hebben nog een paar weken om de weergoden te vermurwen. 

Als u meer informatie wenst over wat je zelf kunt doen om misbloei zo klein mogelijk te houden, zie de volgende link - en scroll naar beneden, naar hoofdstuk 3: http://wijnbouw.blogspot.nl/2013/03/nederland-is-duitsland-niet.html 


Over de biologisch-dynamische beginselen in de wijnbouw, zie http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/05/beste-peter-er-zijn-in-nederland-nog_16.html en ook http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/12/de-zon-de-maan-en-de-sterren-in-een.html 

Tot besluit een raadseltje. Een wat mysterieuze foto van iets dat typisch rondslingert op een biodynamisch bedrijf... Wie het weet mag het zeggen!




De website met contactgegevens van de tuinderij is hier te vinden: www.landenboschzigt.nl


Copyright (c) Jet Wester 2013

maandag 13 mei 2013

[etc.]

Dit is het Weblog wijnbouw [etc.]. Vandaag, omdat het buiten giet, een beetje [etc.].

Cover van de beroemde kraker Space Oddity van Bowie, vanuit de ruimte. Door Chris Hadfield, commandant van ISS,  die vandaag terugvliegt / -valt naar de aarde. Leuke beelden, met op het eind de vliegensvlugge redding van een gitaar, die daar blijkbaar is, en die in zijn zweefvlucht - floating in a most peculiar way - dreigt te botsen met ongetwijfeld allerlei vitale delen van de tin can zelf.  
http://www.youtube.com/watch?v=KaOC9danxNo&feature=youtu.be

dinsdag 7 mei 2013


Vitis vinifera

Er zijn tot vandaag wijndocenten, die hun cursisten de vraag voorleggen:
"Waarom mag Nederland geen wijnland genoemd worden?"
Antwoord: "Omdat de druiven hier niet behoren tot de edele Vitis vinifera."

Dure cursussen, echte certificaten.
 
Waar te beginnen? In het verleden is een aantal belanghebbenden er in geslaagd om sommige taxonomisch volstrekt volwaardige druivenrassen in een verdomhoek te krijgen. Tijdelijk althans. Het zouden bastaarden zijn. Inferieure rassen.

Volker Jörger, bioloog en taxonoom ('soorten-deskundige'), tevens hoofd van de ontwikkeling van rassen bij het Duitse Staatlichte Weinbauinstitut, bond deze kat al jaren geleden de bel aan, liet zien dat dit wetenschappelijk onzinnig was, en kreeg indertijd eerst het Duitse Bundessortenamt mee, daarna het UPOV, de internationale organisatie voor de bescherming van soorten, zie bijvoorbeeld

Daarna volgde in 2008 de Franse wijnwet, met een arrest: het "Arrêté du 18 avril 2008", waardoor een 20-tal geweerde rassen, per direct tot de Franse wijngaarden moest worden toegelaten, als kwaliteitsdruiven voor de wijnbouw. Waaronder de ook in Nederland welbekende rassen Maréchal Foch, Léon Millot en Chambourcin.

Kortom: alles wat Vitis vinifera is, kan internationaal inmiddels ook gewoon Vitis vinifera heten, met alle rechten en versierselen daaraan verbonden. Vitis vinifera zelf wordt daarbij gedefinieerd door zijn eigen specifieke, morfologische plantkenmerken, zoals de toppen van de uitlopers, bladstelling, opeenvolging van 'tentakels', etc.

Eén klein voorbeeld, om te laten zien hoe specifiek het allemaal is. Vitis vinifera heeft tegenover elk blad een tentakeltje: de 'handjes' waarmee de plant, als bosliaan, zijn omgeving 'vastpakt'. (In het Nederlands officieel 'rank' genoemd, maar dat is verwarrend, bijvoorbeeld vanwege ons woord 'druivenrank' voor scheut of plant. Vandaar hier ook 'tentakel'.) Hier een foto:


 


Zoals u bekend zal zijn, groeien uit sommige van deze tentakeltjes bloemtrossen, uit andere niet - maar het is biologisch, in aanleg hetzelfde 'ding'. Bij Vitis vinifera is de opeenvolging van deze tentakels, deze 'ranken' aan een scheut, typerend discontinu. Elke derde knoop op de scheut, mist een eigen tentakeltje of 'rankje', tegenover het blad. Dat betekent dat er ook niet méér trossen dan twee direct boven elkaar voorkomen. Bij drie trossen aan dezelfde scheut wordt dus altijd ergens een knoop 'geschrikkeld'. Bij Vitis labrusca, een andere soort dan Vitis vinifera, is deze opeenvolging van 'rankjes' juist wel continu. Continuïteit van rankjes, of niet, is daarmee een soort-kenmerk, en een demarcatie tussen Vinifera en Labrusca. We zullen u niet vermoeien met nog meer details en demarcaties, maar de moraal is als volgt, in een ferm lettertype: 

1) Er is geen Nederlands wijndruivenras dat op grond van zijn morfologische kenmerken buiten de boot van de soort Vitis vinifera valt.
 
2) Wat een Vitis vinifera is, wordt bepaald door de morfologische kenmerken van Vitis vinifera.


De mensen in de Nederlandse wijnwereld die het aardig vinden om onze wijnbouw, liefst voor het front van een groep cursisten een trap naar beneden te verkopen, doen er goed aan hun pijlen voortaan te richten op de smaak van de Nederlandse wijnen. In dat domein kun je immers zeggen wat je wilt - je hoeft ze nieteens geproefd te hebben. Met dom gepapegaai over de taxonomie van Vitis vinifera - alsof men daar kennis van had - maakt men zich anno 2013 aantoonbaar belachelijk.

Zie voor een beetje achtergrond, en het aandeel van Volker Jörger, bijvoorbeeld ook: http://www.ithaka-journal.net/piwis-werden-salonfahig-regent-solaris-lunaris-co 

Voetnoot

De feiten in dit stuk hebben inmiddels ook officieel hun neerslag gekregen, en de meeste van onze schimmeltolerante rassen staan inmiddels in de (bindende) EU-richtlijnen ook formeel gewoon te boek als Vitis vinifera: Johanniter, Souvignier Gris, Solaris, Muscaris, Merzling, Monarch, Cabernet Cortis, Regent en Bronner. Dit zijn allemaal soorten die in Freiburg zijn ontwikkeld. Van de soorten van de Zwitserse plantenveredelaar Valentin Blattner zijn recentelijk de soorten Cabertin, Pinotin en Cabernet Jura en Cabernet Blanc volgens dezelfde bindende EU-richtlijnen formeel als Vitis vinifera te boek gesteld; de soorten Cabernet Noir en Cal. 6-04 volgen binnenkort.

 
Copyright (c) Jet Wester 2013   

vrijdag 3 mei 2013

Druiven planten

De uitzonderlijke en strenge vorst van vorig jaar februari heeft nog steeds zijn verlate, nagekomen effecten. Druivenstokken die eerst nog o.k. leken - ze liepen vorig jaar lente nog 'gewoon' uit - bleken in de loop van het groeiseizoen alsnog in te storten, qua groei, en opbrengst - maar soms ook letterlijk. De plant was dan op of rondom de ent zover kapotgevroren dat hij op zo'n plek (vaak met infecties erbij) gewoon brak. Zoeentje was dan ook maar moeilijk te rooien.

Op de wijngaard in de Achterhoek waar we nu zijn gaat het om zo'n drie rijen van elk honderd stokken Cabernet Blanc, die het niet overleefd blijken te hebben. De rijen worden herplant met evenveel Souvignier Gris, de veelbelovende nieuwe druif waarvan eenieder wel wat in huis wil hebben. Bijvoorbeeld als mooie kruidige blendingpartner voor de Johanniter.
 
De Souvignier Gris is een makkelijke plant in de wijngaard. We merkten in maart, bij het aanbuigen, dat we onze eigen, drie jaar oude exemplaren gerust in hoepeltjes hadden kunnen buigen: zo soepel, toen al, waar Johanniter of Solaris nog alleenmaar breuk op breuk zouden geven. De sapstroom was door de kou en vorst immers nog niet of nauwelijks op gang. Bovendien is het een soort die inderdaad bijna totaal immuun lijkt te zijn, tot nu toe althans, voor de bekende schimmels. Spuiten is bijna onnodig - hoogstens preventief tegen de Schwarzfäule, bij ons. Mooie, ordelijke rechtopgaande groei, mooie rode trossen, gewild bij de vogels, zie: http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/10/noodgedwongen-de-souvignier-gris-is.html
    

Grondboor

Maar vandaag herplanten dus. Niet met de plantmachine, daarvoor is driehonderd te weinig, en bovendien zouden dan de al bestaande palen en draden in de weg zitten. Daarom een grote grondboor, diameter 30 cm, met benzinemotor, die zich met groot gemak door de Dremptse rivierklei kan ploegen. Althans, dat was het idee.
 

In werkelijkheid bleek de kleigrond op dit moment toch vrij droog, en ging het maken van de plantgaten met de spade zeker zo makkelijk, en wel zo comfortabel... Hier een nagekomen, zeldzame foto van een plantgat, handgemaakt ;-)



De techniek op deze klei is, of je nu boort of schept: je maakt het gat wat dieper dan nodig, zodat je een beetje rulle grond eerst terug in het gat kunt doen. Dat komt de worteling ten goede.

Ook is zeer van belang - maar dat geldt voor alle grondsoorten - dat de wortels niet aan de randen van het pantgat naar boven krullen bij het planten. De stok een draai geven, tussen de vingers, maakt in zo'n geval dat de wortels iets gedraaid maar wel horizontaal in het plantgat gaan liggen. Waar dit euvel dreigt kun je overigens beter grotere plantgaten maken, of desnoods de wortels nog iets bijknippen, tot zo'n 10 cm lengte. De stokken vóór het planten eerst een nacht in water, om ze goed vocht te laten opnemen.


Net boven de grond

De planten, de bewortelde stokken, worden niet te hoog geplant: de ent net boven de grond is goed. Je kunt bij het planten een lat midden over het plantgat leggen, om te kunnen zien hoe hoog of laag de ent boven maaiveld zal komen. Je plant vrij laag bij de grond, omdat er in de loop der jaren een groot verschil kan groeien tussen de dikte van de onderstam (die vrij dun blijft) en die van de edele druif, in dit geval de Souvignier Gris, die vele malen dikker worden kan. Bij te hoge planting zou de druif na een jaar of tien, onder het gewicht van een volle loofwand in de zomer, door zijn hoeven, d.w.z. zijn dunne onderstam kunnen zakken en kapot gaan.


Dauwwortels
Iets dieper planten heeft nog een ander groot voordeel. Als je de bewortelde stok bekijkt die de onderstam is, blijkt dat die in ongeveer het midden meestal een zichtbare verdikking heeft: een knoop in de twijg die voor de onderstam gebruikt werd. Deze verdikking, deze knoop, is behoorlijk belangrijk, omdat juist daar een horizontale krans van zogenaamde 'dauwwortels' uit groeien gaat, zo'n 25 cm onder de grond. En de naam zegt het al: als de plant, vooral in zijn jongere jaren met droogte te maken krijgt, kunnen juist deze ondiepe wortels veel eerder gebruikmaken van het vocht van dauw, of van een schaarse regenbui. Bovendien, als je een bemesting strooit, bijvoorbeeld stikstof, zeg koemest(korrels), of magnesium en/of kali, ijzer, of wat ook: ook nu zijn de dauwwortels er het eerste bij om het gebodene op te nemen. Op de volgende foto een paar bewortelde stokken, vóór het planten: let op de verdikkingen, de knopen, midden op het onderstammetje.


Niet te vroeg
Planten zijn vaak beschikbaar vanaf de laatste week april. Het duurt een dag of veertien vóór de eerste rode puntjes door de entwas heen komen - het eerste levensteken van de plant. Wanneer dit moment nog dik in de ijsheiligen valt (zo tot 15-16 mei), loop je onnodig risico op late nachtvorst op klomp- of enthoogte. Planten (of ophalen van de stokken) doe je daarom het liefst een paar dagen in mei. Wanneer je dan veertien dagen verder bent is het vorstgevaar gewoonlijk geweken.



Copyright (c) Jet Wester 2013
    

woensdag 1 mei 2013

Schwarzriesling

 
Een Schwarzriesling uit Baden. Weingut Bregler, Sulzfeld/Kraichgau 2008.
 
De Schwarzriesling is geen blauwe variant van de Riesling, zoals de naam suggereert, maar een Pinot. In Frankrijk heet hij Pinot Meunier, en is het één van de drie soorten - naast Chardonnay en Pinot Noir - die traditioneel voor de Champagne gebruikt worden. Dertig procent van de wijngaarden in de Champagne staat er daarom mee vol. Daar, in zijn hoedanigheid van toeleverancier voor Champagne, wordt hij gemaakt als een blanc de noir: een witte wijn van blauwe druiven, verkregen door de trossen zonder dralen in hun geheel te persen, zonder pulpweking.

Maar deze heeft duidelijk wel een volle pulpweking achter de rug. Het is een mooie donkere noir de noir zogezegd: fonkelend robijnrood in het glas; een aromatische traditional in sommige Duitse aanbouwgebieden, waar hij echter niet of nauwelijks wordt bijgeplant. Wie het meer ambitieuze rood wil aanplanten kiest voor grote broer Pinot Noir, in Duitsland bekend als Spätburgunder. En dat is een beetje jammer. De Schwarzriesling was in Duitsland al bekend in de 16e eeuw, en sommige onderzoekers herkennen in hem de stamvader van alle Pinots. Bovendien stelt hij minder eisen aan de wijngaard en zijn ligging dan de Pinot Noir, en is hij een late uitloper, waardoor de soort geldt als een goede druif om de late nachtvorstschade te beperken of zelfs te omzeilen.

Belangrijker dan dit alles is natuurlijk hoe hij is in het glas. Dit exemplaar is wat ons betreft zeer geslaagd. Zwart fruit, braam, kers, met mooi aroma en mooie concentratie. Geen eikenhout. Niet nodig. Ook geen moderne Power-trucjes, gelukkig. Daarentegen een zachte, milde, vriendelijke vriend, bijvoorbeeld bij de maaltijd, zonder een eigen opdringerigheid. Milde, haast ronde tannines. Precies wat we van een Pinot zo graag zien. En hartstikke goed gemaakt.  

De wijn is financieel vrij eenvoudig, maar doet zeker niet onder voor sommige zogenaamd nobeler - en vele malen kostbaarder - Spätburgunders die we kennen uit het Ahrdal in hetzelfde Duitsland. Baden ligt dan ook echt weer wat zuidelijker dan de Ahr, en dat lijk je hier nu eens te proeven. De aanplant van de Schwarzriesling was in Duitsland (het meeste staat inderdaad in Baden-Württemberg) in 2007 nog 2400 hectare. Nu rond 1700 hectare, en misschien alweer minder. Een druif op z'n retour dus. Ook in Oostenrijk, waar hij vooral in de Steiermark thuishoort/de.
 
Jammer voor de diversiteit, bio en anderszins. Maar vandaag houden we deze eeuwenoude traditional even in ere. Op uw allerbeste gezondheid!
 
Copyright (c) Jet Wester 2013