zaterdag 29 juni 2013

Gescheinsbotrytis in Solaris?

Deze weken is er wat actie in het proefproject druivensnoei. Zeker drie wijngaarden hebben twee of meer 50-tallen Solaris getopt vóór de bloei, en een tweetal Twentse wijngaarden zal hetzelfde doen met de Cabernet Blanc.

Vandaag even een bliksembezoekje in Bentelo, bij Roelof Visscher, wijngaard Hof van Twente. En terug met wie weet een nieuw inzicht. In elk geval een hypothese. Over één van de oorzaken van misbloei bij Solaris.
 
 
'Misbloei' vóór de bloei
Het gedeeltelijk verrieseln van Solaris begint vaak al vóór de bloei. Wanneer je voorzichtig langs een aar met bloemknopjes strijkt, bijvoorbeeld tussen duim en twee vingers, merk je dat al een aantal knopjes loslaat, d.w.z. niet goed vastzat. Die vallen vóór de bloei al af. Nu kun je dit voor lief nemen, maar je kunt, op zoek naar een betere teelt voor Solaris, je ook eens afvragen wat dit nu precies voor verschijnsel is.

In Bentelo werkt men dit jaar vanuit de hypothese dat dit misschien mede een vorm van botrytis kan zijn, in de bloemknoppen. Zulke 'Gescheinsbotrytis' is op zich een bekend fenomeen, zeker bij traditionele soorten. Vaak worden dan hele clusters van bloemknoppen bruin, met een aanzicht als bij lamsteligheid - ook het steeltje wordt bruin en slap.

Echter, even bekend is dat onze schimmeltolerante nieuwe soorten vaak een ander beeld laten zien bij een schimmel-aantasting. De aantasting oogt dan minder dramatisch - wordt daardoor vaak ook veel later opgemerkt - terwijl het onheil wel geschiedt, in elk geval gedeeltelijk. Echte meeldauw of oidium in Johanniter is een voorbeeld: lange tijd alleen zichtbaar op de achterkant van het blad, maar wel degelijk gevaarlijk.

De werkhypothese is nu dat solaris misschien snel een vorm van botrytis in de bloemknoppen kan hebben, die zoals vaak bij nieuwe rassen, weinig spectaculair is qua verschijningsvorm, maar wel bijdraagt aan de misbloei. De aangetaste knopjes hebben dan niet meer dan een sneetje of barstje bovenop de knop (op zich wel goed zichtbaar met het blote oog), en als je het knopje openmaakt zie je van binnen de bruinheid. Dit zijn ook typisch de 'afvallers' vóór de bloei.

De proef of deze hypothese hout snijdt, is natuurlijk om een anti-botrytismiddel in de troszone te spuiten, vóór of bij beginnende bloei. Zo gezegd, zo gedaan. In Bentelo is deze week Teldor in de troszone gespoten. Hetzelfde zou gedaan kunnen worden in Cabernet Blanc, de tweede beruchte misbloeier in het snoeiproject. Rijtje wel, rijtje niet. En zien hoe de trossen zich ontwikkelen. 

En zo proberen we met z'n allen verder te komen, en steeds een beetje dieper inzicht te verwerven in de teelt van onze nieuwe druivensoorten, op juist deze breedtegraad.

Met dank aan Roelof Visscher, Hof van Twente.
 

Copyright (c) Jet Wester 2013

zondag 23 juni 2013

Middel tegen wespen

Vorige week hebben we in het kader van het proefproject druivensnoei, twee 50-tallen Solaris getopt met 8 - 10 cm, vóór de bloei. Dit zou bij snelgroeiende, en daardoor misbloei-gevoelige soorten moeten zorgen voor meer 'aandacht' van de plant voor de bloei. We zijn benieuwd naar de resultaten in opbrengst. Voor informatie over het snoeiproject zie elders op dit weblog.

Sindsdien hebben we echter ook de eerste bloempjes in Solaris gezien, en omdat tuinieren - net als regeren - tevens vooruitzien is, geven we hier alvast wat informatie over het met name in Frankrijk toegelaten, biologische middel, waarvan gezegd wordt dat het ook werkzaam is tegen wespen. Deze werkzaamheid zit 'm in de stof 'spinosad', zie bijvoorbeeld http://nl.wikipedia.org/wiki/Spinosad
 
In Nederland en België is het middel, hoewel biologisch, niet verkrijgbaar, misschien komt dat nog. In de Elzas is het echter vrij te koop. Bijvoorbeeld hier:
 
Alsace Appro
Société Coopérative Agricole
Section Vallée de Kaysersberg
24 rue de Stade - B.P.6. - 68240 Sigolsheim
 

Het spul heet Success 4 (Dow AgroSciences), en is te koop per 0,10 liter le bidon voor euro 48.00 (prijs half september 2012). Produit agriculture biologique.

Mocht u, beminde lezer, naar de Elzas gaan deze zomer, dan houden we ons zeer aanbevolen voor even contact vooraf via de mail... 


Met dank aan Burt van Ramshorst en Job Huisman voor hun diverse info, onder andere op het Forum van het Wijngaardeniersgilde: http://www.wijngaardeniersgilde.nl/node/765
 

Copyright (c) Jet Wester 2013

zaterdag 15 juni 2013


Uitbreken van kopscheuten

In een eerdere bijdrage schreven we over de wintersnoei, en over het grote belang om een goede kop voor je druivenstokken voor te bereiden en te bouwen. Het artikel is hier te vinden: http://wijnbouw.blogspot.nl/2013/02/wintersnoei-een-goede-kop.html

Een jonge kop, die volgens de principes van dit artikel nog wordt opgebouwd, wordt in het groeiseizoen verder met rust gelaten. Al zijn kopscheuten mogen groeien en stevig worden: die zien we in de winter, na de bladval wel weer terug - liefst zo gezond en sterk mogelijk.

 
Uitbreken, niet snoeien
Bij een inmiddels volwassen kop is het een ander verhaal. Daar moet vaak het één en ander aan scheuten worden uitgebroken.

Een druivenplant heeft in de eerste vijf à zes weken na zijn uitloop nog een vrij losse relatie tot zijn scheuten. Ze kunnen vrij makkelijk worden ‘uitgebroken’. Dat wil zeggen dat de scheuten nu nog vrij makkelijk van het oude hout kunnen worden verwijderd, eenvoudigweg door ze van het hout weg te duwen. Ze breken dan af, een kuiltje in het hout achterlatend.

Dit uitbreken is een wezenlijk andere actie dan het snoeien, dat later in het jaar gebeurt. Bij het uitbreken laat de scheut niets achter; bij het aansnoeien wel. Aansnoeien, hoe kort ook, betekent dat er een gebied tussen het oude en het nieuw aangesnoeide hout intact blijft, waar opnieuw okselscheuten uit zullen komen. Bij het uitbreken voorkóm je zulke nieuwe, latente okselscheuten. 

Dit principe wordt nuttig gebruikt, juist in deze tijd van het jaar. Je wilt dat een volwassen kop elk jaar een stuk of drie nieuwe, eenjarige scheuten maakt - in het geval van een enkele strekker of boog - en een stuk of vier bij dubbele strekkers of bogen. Dat is voldoende om in de winter het nieuwe buighout uit te kiezen, plus twee zeer kort aangesnoeide stiftjes voor de kopscheuten van de komende jaren.    

Veel koppen echter, maken eerder teveel dan te weinig nieuwe kopscheuten. Al die kopscheuten samen, vormen dan een prop van loof (en later een prop van trossen) waarin schimmels zich gemakkelijk kunnen vestigen, en gevolg is ook dat de plant reeds op de kop zoveel vitaliteit spendeert, dat de uitloop op bogen of strekkers, een eindje verderop, minder goed bedeeld wordt.

In zo'n geval is het uitbreken van een teveel aan kopscheuten, zolang het kan, de juiste actie. En dus beter dan snoeien. Uitbreken voorkomt tevens een extra aanleg van okselogen op de kop – in het geval we er al meer dan genoeg hadden. 
 

Selectie van scheuten
Voor kopscheuten kun je, zoals we aangaven, de vuistregel hanteren van vier nieuwe scheuten in geval er dubbele strekkers of bogen aangesnoeid gaan worden, en drie in het geval van een snoeiwijze van één boog of strekker. Welke overtollige kopscheuten je wegbreekt hangt af van de situatie.

Heb je scheuten die in feite net onder de kop ontstaan, en die bovendien geen trossen hebben? Dat zijn waterloten, en die mogen weg.

Ook andere scheuten op de kop die zonder trosjes zijn, kunnen voor het uitbreken geselecteerd worden (als er daarna nog genoeg overblijft). Het is gebleken dat wanneer onvruchtbare scheuten volgend jaar als buighout gebruikt worden, ook de jonge scheuten die uit dat buighout voort zullen komen, weleens minder vruchtbaar kunnen zijn.

Tenslotte zijn er scheuten waarvan je nu al kunt zien dat het niets zal worden, of die met een rare boog ergens onderuit de kop tevoorschijn komen. Ook dat zijn kandidaten voor het wegbreken.

Wat je na al dit selecteren overhoudt, zijn als het goed is vitale, sterke jonge scheuten op de kop, die goed in het verlengde van de stam omhoog gaan, en die elk liefst twee of drie aanzetten van bloemtrosjes hebben.


Niet te vroeg

Om dit selecteren goed te kunnen doen, is het tenslotte zaak er niet al te vroeg mee te beginnen. Je moet al kunnen zien welke scheuten pieriger zullen blijven en welke vitaler, en je moet kunnen zien welke scheuten mooie stevige trosjes zullen krijgen. Je breekt daarom uit wanneer de kopscheuten tussen de, zeg, 25 en 40 cm zijn. Idealiter.

Opgedragen aan Lies, die dit allemaal weleens wilde nalezen...

Copyright (c) Jet Wester 2013
 

donderdag 13 juni 2013

Infectiedruk echte en valse meeldauw


Het groeiseizoen is - hoe aarzelend ook - weer begonnen, en dus moeten we zo zoetjes aan ook weer inschattingen gaan maken van de risico's op schimmelinfecties - met name van de echte en valse meeldauw. Alleen met een goede inschatting van wat er gebeuren gaat kun je verstandig gewasbescherming spuiten in je wijngaard.


Vorig jaar, en eigenlijk ook al een beetje het jaar daarvoor, zagen we in veel wijngaarden voor het eerst een serieuze uitbraak van de echte meeldauw of oidium, ook in druiven die daar volgens de boekjes nauwelijks gevoelig voor leken, zoals de Johanniter. Voor meer informatie over de oidium van vorig jaar, en wat je kunt doen bij een ernstige uitbraak, zelfs ook met milieu-vriendelijke middelen, zie http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/09/oidium-dit-jaar-hebben-we-voor-het.html
 

Het lijkt er echter op dat de oidium als schimmelgevaar in Nederland nog steeds een beetje als incident gezien wordt, en niet als jaarlijks terugkerend infectiegevaar. We hopen natuurlijk dat dit terecht is. Voor de valse meeldauw of peronospora is Nederland, net als Duitsland veel meer beducht. Zelfs zó, dat er voorspellers voor pero-gevaar gemaakt zijn, waarvan ook sommige op het internet bevraagd kunnen worden. Voor Duitsland is er zo deze website (overigens ook voor oidium): http://www.vitimeteo.de:8080/pero/pero.shtml
 
 
Maar ook dichter bij huis, in Nederland en België zijn er voorspellers beschikbaar. Zie met name http://www.rimpro.be/PlasmoparaWeb/Locations.htm
(Plasmopara is een ander woord voor peronospora oftewel valse meeldauw.) Klik op één van de locaties in NL of BE. Voor de interpretatie van de grafieken, zie elders op dezelfde website. 


Wanneer u een wijngaard heeft die qua warmte, wind en regenval, vergelijkbaar is met één van de genoemde op deze website (en dat is al gauw, we hebben immers maar kleine landjes), of als u een eerste, globale indruk wilt krijgen van het perogevaar in onze regionen, kunt u met de geboden prognose goed uw voordeel doen. Spuiten met gewasbescherming op de laatste droge dag, vóórdat de infectiedruk omhoog gaat...   

Voor milde vormen van gewasbescherming, zie overigens ook http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/06/spuitmiddelen-deel-i-we-krijgen.html

Belangrijk werk!
 
Copyright (c) Jet Wester 2013

dinsdag 4 juni 2013

Kwetsbare uitloop


Een check bij verschillende wijngaarden in de omgeving, inclusief de onze, leert dat de druiven dit jaar - in Gelderland - zo'n twee weken later zijn dan vorig jaar. Waarbij vorig jaar als een gemiddeld (niet vroeg) jaar kan worden aangemerkt. Die twee weken achterstand is nog grotendeels in te lopen bij een schitterende zomer en mooie septembermaand. Maar voorlopig is dit afwachten: eerst maar eens zien hoe de bloei uitpakt - die zal naar schatting beginnen eind juni, begin juli...

Het late jaar van nu (koudste lente in veertig jaar), heeft niet alleen gezorgd voor een late uitloop, maar ook voor een zeer trage groei tot drie- of zelfs vijfblad-stadium. Juist tot die tijd is het jonge loof extra kwetsbaar. In die periode schakelt de plant over van de energie, de voeding die nog in de stok aanwezig is, naar de fotosynthese. Bij te koud en te nat weer, gaat die omschakeling niet echt lekker - de plant richt zijn blaadjes naar de zon, maar de zon is door de weersomstandigheden nog niet echt is staat om energetisch over de brug te komen... Voor meer inzicht in het proces van de fotosynthese verwijzen we naar onze eerdere bijdrage http://wijnbouw.blogspot.nl/2012/05/een-bijzondere-plant-de-druif-is-een.html
 
De kwetsbaarheid van deze periode, wanneer die te lang duurt, blijkt ook uit de hoeveelheid vreterij die er in de scheuten kan komen, juist in een jaar als dit. We hebben zelf merkbaar schade van spint dit voorjaar - een euvel dat meestal maar klein is, en maar kort duurt, omdat de scheuten gewoonlijk als een speer door deze fase heengroeien, het ongedierte als spint en thrips snel hautain achter zich latend. Dit jaar dus niet. Met name de Souvignier Gris blijkt bij ons op dit moment spint-gevoelig, veel meer dan de rijtjes Johanniter die er naast staan. We hopen dat het mooie weer van deze en komende week alsnog een acceleratie van de groei (van de scheuten dan, niet van de spint ;-) zal laten zien, zodat de meeste uitlopers er flux doorheen groeien.

Voor een snelle indicatie - aan de hand van foto's - wat voor vreterij je in je wijngaard op bezoek kunt hebben, zie bijvoorbeeld www.rebendoktor.de, en ook de doorklik-informatie die daar gegeven wordt.

Wanneer u te maken heeft met vergeling van het blad, omdat de planten in de kou en natheid van de afgelopen maand hun voeding uit de bodem niet goed konden opnemen, zie de informatie op http://www.brabantsewijnbouwers.nl/index.php?section=13&page=94&student=873
 
Wij hebben bij ijzer-chlorose (vergeling van blad door ijzergebrek) in het verleden zelf veel baat gehad bij het middel Ferleaf, een bladmest van ijzer, per liter te koop bij Vitis Vino in Bentelo. Niet goedkoop, wel effectief. En gaat jaren mee.


Copyright (c) Jet Wester 2013